Hoe komen hart en ziel door deze periode van corona, nu het duurt en duurt en het virus ons op het moment brutaler dan ooit weet te omsingelen? Over hoe we het in fysiek opzicht verstandig kunnen aanpakken wordt vanuit de overheid volop geadviseerd. Je daaraan houden is de basis. Doe het gewoon. Maar voor hoe we ons er mentaal zo goed mogelijk doorheen kunnen slaan is veel minder aandacht, terwijl daar behoefte aan bestaat nu het einde nog lang niet in zicht is, de dagen korten en we weinig spectaculairs in de buitenwereld beleven.
In dit stuk vind je voorstellen voor huiselijke activiteiten in de vrije tijd die de problemen ten gevolge van corona niet kunnen wegnemen, maar die je toch onvoorziene winst kunnen opleveren. In de vorm van momenten van geluk of tevredenheid en wie weet later herinneringen van betekenis. Niet wetenschappelijk onderbouwd, maar in de praktijk getest door de bedenkster ervan.
Bij een schoolvriendinnetje thuis stond op de eettafel een grote, glazen pot met briefjes, herinner ik mij. Deze was door haar ouders in het leven geroepen omdat de kinderen van het grote gezin zich vaak verveelden. Een lamlendige zoon of dochter kon op zo’n moment een briefje uit de pot nemen, waar dan een suggestie voor de een of andere activiteit op stond. (Het gezin zal tenminste één verveling-vrije middag hebben beleefd tijdens het bedenken en schrijven van de briefjes). Bedenk je, het was de tijd van vóór de mobieltjes en videogames die nu als fopspeen functioneren op momenten van ledigheid.
Al tijdens mijn kinderjaren was verveling mij vreemd, dat is waarschijnlijk waarom die pot zoveel indruk op mij heeft gemaakt. Achter het bestaan ervan vermoedde ik een klein menselijk drama: getergde ouders die een noodgreep verzonnen. Niet dat mijn vriendinnetje overigens ooit navolgde wat er op zo’n briefje stond, want daar had ze dan geen zin in.
Vandaag maakte ik een virtuele pot om af en toe eens een briefje uit te nemen in deze tijden van zorgen. Ik deelde de tips in volgens het aloude educatieve principe: productief, receptief en reflectief. Heb je behoefte aan een praktisch eindresultaat, kies dan voor productief. Ben je in een bui voor mijmeren, dan past iets reflectiefs. Heb je zin om iets te leren, ga dan voor receptief. Gelukkig komt van het een meestal het ander en leidt het productieve bijvoorbeeld vanzelf naar het reflectieve, of omgekeerd.
Opruimen lijkt op het eerste gezicht niet zo aantrekkelijk, maar het is iets waar je jezelf juist een groot plezier mee doet. Er vooraf tegenop zien is het vervelendst, want het feitelijke opruimen valt altijd mee. Pak het wel systematisch aan en maak er inhoudelijk iets van. Het bepalen van de essentie van de spullen om je heen is op zich een boeiend proces, want het vraagt om zelfonderzoek en overleg met huisgenoten.
Welk kledingstuk ‘werkt voor jou’, welk boek verwacht je te zullen herlezen, welk object geeft jou esthetisch plezier, welk stuk keukengereedschap heeft zich als handig bewezen en aan welk speelgoed van vroeger bewaar je wel of bij nader inzien eigenlijk geen herinneringen? En heb je echt twintig foto’s van een en dezelfde verjaardag nodig, of zou je ook zonder de technisch imperfecte en de bijna identieke exemplaren kunnen?
Alles wat zich ‘zomaar’ – onopgemerkt, ongebruikt en onbemind – in je huis bevindt, zou in principe weg kunnen, na een vriendelijk bedankje aan de objecten in kwestie natuurlijk. Dat wat je overhoudt, voelt daarna waardevoller. Het afstoten van het overtollige geeft ruimte. In je hoofd, maar ook letterlijk, want iedere kamer knapt op van minder spullen. Alles wordt er mooier van, in lege ruimten is het prettig nadenken en je houdt ook nog eens minder over om schoon te houden. Zelfs de laatste stap, het afstoten zelf, kan plezierig zijn. Iets weggeven aan een ander of aan een goed doel voelt fijn.
En als je krap bij kas zit, of spaart voor iets bijzonders, schroom dan niet om de hele reutemeteut op Marktplaats te zetten. Inmiddels heeft mijn alias daardoor alleraardigste chat-uitwisselingen met wildvreemden door het hele land en gaan er hand gestempelde kaartjes bij de verkochte spullen. En daar wordt een ander dan weer blij van.
Opruimen, selecteren en afstoten – ik kan het iedereen aanraden. En vraag het anders aan de Japanse opruimgoeroe Marie Kondo. Naar haar enthousiasmerende opruimacties kijken op Youtube en/of Netflix is trouwens een goede manier om warm te draaien. Maar bekijk eerst een licht hypnotiserend interview met haar (onderaan dit artikel).
Hoe vaak heb ik mensen naar aanleiding van vraagtekens in familiegeschiedenissen niet horen verzuchten: “Had ik dat nou maar gevraagd aan mijn moeder, vader, oudtante et cetera.” Altijd wanneer de persoon die uitsluitsel had kunnen geven niet meer in leven was. Bedenk juist in deze periode eens rustig wat je beslist zou willen weten van wie. Vraag om medewerking en bereid een lijstje met vragen voor.
Een simpele wandeling met zijn tweeën, op afstand van elkaar, is prettig en in veel gevallen haalbaar. Maar als je in deze tijd niet in persona wilt of kunt interviewen kan het ook anders: via Teams of Zoom (waarbij je audiovisuele opnamen kunt maken), of gebruik anders media als Skype en Facetime, mits de geïnterviewde partij dat technisch weet te bolwerken. Of spreek elkaar, vertrouwd en ouderwets, over de telefoon. Zet je mobieltje op de speaker en gebruik de dictafoon app van een andere telefoon.
Stemmen vastleggen is belangrijk. Zo had mijn grootmoeder er intens verdriet van dat zij na diens overlijden mijn grootvaders stem ineens niet meer kon horen in haar hoofd. Ondanks de vele decennia samen wist zij zich niet te herinneren hoe zijn stem geklonken had. Toen later bleek dat mijn vader in het kader van het door hemzelf verzonnen ‘Radio Van Overeem’ absurdistische interviews met zijn vader op band had opgenomen, kon zij haar geluk niet op. Jaren na mijn grootvaders dood kon zij op een zekere winteravond in de intimiteit van haar woonkamer samen met haar jongste zoon zomaar luisteren naar de stem van haar man.
Met je kinderen ‘radio maken’, of meer hedendaags een podcast, is natuurlijk dolle pret. Hun kinderstemmen heb je dan meteen ook voor altijd vastgelegd. Lees ook ‘Erik Satie en Radio Van Overeem’.
In iedere boekenkast staan ze, op mijn moeder na heeft iedereen ze wel: maagdelijke boekwerken. Stakkers van boeken die ooit je huis binnenkwamen met het oogmerk ze te lezen, maar die hun dagen, aangeraakt noch gezien, op de plank slijten, tussen de vele zelfgenoegzame boeken die wel konden rekenen op jouw aandacht. Verlos deze muurbloemen uit hun lijden: neem ze juist nu eens ter hand, beklop hun rug, streel hun kaft en laat je ogen belangstellend over hun letters gaan. Verrassingen zullen je ten deel vallen. En mocht het echt niet boteren tussen jullie, volg dan tip 1 op.
Een stamboom maken lijkt ingewikkeld, maar is het niet. Als je de namen, geboorte- en sterfjaren van je grootouders kent en deze invoert in het zoekvenster van je zoekmachine, spuugt het internet binnen een paar seconden onvermoede informatie uit. Vele plaatselijke archieven publiceren data en op het internet tref je complete familiestambomen aan waar je gegevens aan kunt ontlenen. Al doende ga je steeds verder terug in de tijd. Er bestaan diverse stamboomsites met een gratis stamboom-format waarin je alles wat je ontdekte, kunt invoeren. Houd wel rekening met een flinke tijdsinvestering want voordat je het weet ben je zo uren verder.
In veel gevallen voeren je bevindingen terug naar de wereldgeschiedenis die op microniveau invloed had op de levens van onze voorouders. Dat is boeiend en geeft meteen aanleiding tot lezen. Zo ontdekte ik een om geloofsredenen door Zwitserland uitgewezen protestantse voorouder, een leraar en landman, die in 1711 met vrouw en vier kinderen per schip vanuit Bern naar de Republiek der Nederlanden voer om een nieuw bestaan op te bouwen in Groningen. De doopsgezinde kerk ontving de vluchtelingen met open armen. Geboren in Frutigen, Zwitserland, gestorven in Muntendam, Groningen. Drie generaties later heeft geen nakomeling nog weet van zijn of haar herkomstgeschiedenis.
Even lief zijn mij mijn dapperdere, bescheiden Hugenoten-voorouders: Noord-Franse ambachtslieden die in de 17e eeuw naar Leiden vluchtten, nijver werk verrichten en hun baby’s doopten in de toen pas gebouwde Marekerk. Heel wat uren heb ik als student – toen nog niets van dit alles wetend – vanuit de kamer van mijn toenmalige vriendje uitgekeken op die prachtige kerk.
Het meest romantisch was de ontdekking van ridderlijke voorouders als de sire de Warisoulx, vicomte Aux Brebis, de jonkvrouwen van Seille en nog veel meer poëtische middeleeuwse figuren om uit te komen bij mijn oudste voorouder met de spannende naam Chadalhoch van Isengouw, geboren in het jaar 923. Sinds deze ontdekking zijn zij regelmatig met wapperende haren en blinkende schilden te paard aan mijn geestesoog voorbijgetrokken. Dagdromen is verrukkelijk en leidt af de NOS app waar je in deze periode van niet te bevatten besmettingscijfers maar beter spaarzaam gebruik van kunt maken.
Ik weet nu al waar Ricardo en ik onze nederige tent zullen opslaan zodra corona voorbij is. In het zuiden van België en in Luxemburg om te zoeken naar hoopjes middeleeuwse stadsmuur en flinters kasteel om mijn dagdromen voort te zetten.
Je wortels kennen prikkelt de fantasie, geeft je kracht als mens en een zeker vertrouwen in de eindeloze voortgang der dingen, en dat telt meer dan anders in deze wankele tijd. Zie ook tip nummer 2.
Een ontspannende, reflectieve of zelfs productieve mogelijkheid (als je ook gaat plukken) is te voet je eigen woonplaats verkennen – ik schreef er ‘Oogsten voor struikrovers’ over. Maak routes die je vaker wandelt extra interessant voor jezelf door de ene keer speciaal te letten bijvoorbeeld op wat je ruikt (kruidige grond of fris gebladerte) en de andere keer nadrukkelijk op wat je zoal hoort (van de wind in de bomen tot aan het leven van de vogels). Probeer woorden te vinden voor je sensaties. En begin thuisgekomen meteen aan de gratis online vogelcursus van de Vogelbescherming. Die volgde ik met veel genoegen in de lente, want ik wilde nou weleens weten wie er zo beeldig zaten te fluiten in de tuin en in de duinen.
Maar als ik je met dit verhaal voorlopig voldoende verstrooiing in coronatijd heb gebracht en je het zo wel welletjes vond, kun je altijd nog besluiten om je huisgenoten (mens of dier, mits virusvrij) eens uitgebreid te knuffelen. Want dat kan en mag, zoveel als beiden willen. Kost tijd, geld noch moeite en is in ieder geval goed voor hart en ziel.