lees

Venetië – mysterie met opgeheven hoofd

Er zijn steden die je welkom heten. Ook als ze jou voor het aller eerst zien. Parijs is zo’n stad: ‘Bonjour ma chère Mariette, vous êtes (re)venu … finalement!’ In de veilige wetenschap dat de stad jou omarmt, ga je er vervolgens als vreemdeling op pad. Venetië daarentegen leek niet meteen van mij te houden en vervulde me bij de eerste aanblik met verlegenheid.

In mei van dit jaar ging ik er voor het eerst heen. Voor ons vertrek en tijdens het verblijf las ik ‘Venetië – De leeuw, de stad en het water’ van Cees Nooteboom. Dit was uiteraard geen toeval; dat dit boek toen net was verschenen ook niet. De lagunestad werd van 11 mei tot 24 november van dit jaar immers gekleurd door de 58ste Biënnale van Venetië. Juist dan reisverhalen over Venetië uitbrengen is een verstandige zet van een uitgever. De opening van de Biënnale vormde de aanleiding van onze komst. Mijn directeur, Benno Tempel, was aangewezen als curator van het Nederlands Paviljoen en twee vrienden van Ricardo zouden er exposeren: Iris Kensmil en Remy Jungerman. Kennismaken met de stad was echter evenzeer mijn doel.

Giovanni Antonio Canaletto (1697 – 1768) | The Grand Canal looking North-West from near the Rialto | 1726-1727 | olieverf op doek | 47,9 cm x 80 cm | The Royal Collection London

Mijn eerste gedachte na aankomst, bij het zien van het Canal Grande, was: Canaletto-groen, het water is écht en nog altijd zo groen als op de schilderijen van Canaletto. Dat gaf een fractie van een seconde houvast, totdat de ernstige uitstraling van de eeuwenoude palazzi me beving. Even prachtig als terughoudend. Met hun eeuwenoude terracotta- en zandkleurige gevels en groen bemoste buiken in het water leken de paleizen me er streng op te wijzen dat ik hier niet meer dan een passant zou zijn. Geen ‘bisou’ zoals in Parijs, maar een gereserveerde verwelkoming met vermanende ondertoon.

Vervolgens drong de mensenmassa in de stad zich in mijn blikveld, rijen deinende toeristen op sneakers walsten er over het grove natuurstenen plaveisel. Nu begreep ik het. Een waarschuwing vooraf – dat was wat ik bij aankomst had gevoeld. Men kan pogingen ondernemen om Venetië te corrumperen, de geheimzinnige, eeuwenoude stad zal het tot aan het einde der dagen onaangetast doorstaan. En met olifantengeheugen onthouden wie haar ooit iets misdeed.

Tijdens een nachtelijke wandeling door de labyrintische wereld achter de waterwegen kwam de ommekeer. We kregen vertrouwen in elkaar, de stad en ik. In rust en stilte kwam Venetië tot ontspanning. En ik verloor mijn verlegenheid. Hoe vaak we ook een doorlopend straatje insloegen en terug moesten, met hoeveel omwegen we ook liepen in de richting van onze kamer – aan een pleintje waar het Teatro in een supermarkt met plafondschilderingen was veranderd – nooit werden we moe. Al was het in het holst van de nacht. We liepen en liepen maar, keken in stilte en roken het oeroude water. Venetië wilde zich aan ons tonen.

De volgende dag hoorde ik in het voorbijgaan zingen in een kerk. ‘Speciaal voor jou’, fluisterde de stad.  Buiten, met één oor gedrukt tegen de kerkdeur, maakte ik een geluidsopname. Bij het Canal Grande mocht ik de deinende, groene haren van Venetië filmen. En tot slot vertrouwde de regenachtige nacht zich aan mijn camera toe. Er was een prille vriendschap ontstaan.

Als je na dit stuk werkelijk iets moois wilt lezen over Venetië, koop of leen dan ‘Venetië – De leeuw, de stad en het water’ van Cees Nooteboom. Ook voor diegenen die de stad nooit fysiek zullen bezoeken: wanneer je Nootebooms reisverhalen leest reist je geest af – dagenlang. Beter nog, lees het ’s nachts. In combinatie met de sfeervolle, terughoudende foto’s van fotograaf Simone Sassen zul je werkelijk in Venetië zijn.

En onthoud dat als het stijgende water zal proberen om Venetië te doen zinken, de mysterieuze stad zich met opgeheven hoofd te weer zal stellen – ook als je het niet ziet.

Cees Nooteboom, Venetië – De leeuw, de stad en het water | Uitgeverij De Bezige Bij, 2018 | ISBN 9789403121901