Alle berichten met de tag: spelen

Fietsverlangen

Het duurde lang voordat ik kon fietsen. En daarna nog een poos voordat ik het ook echt durfde. Maar ik werd beloond want er wachtte mij fietsverlangen – voor altijd. Zes jaar oud zijn we, laverend door een niet al te brede Utrechtse stadsstraat met ons tegemoetkomende auto’s. Mijn roodharige vriendinnetje fietst vlak achter me. Even oud maar jaren verder in haar ontwikkeling coacht ze mij. Als ik nog maar net en weifelend kan fietsen, gaat zij al hoog en breed alleen op de fiets naar het park. “Auto’s letten ook wel op, hoor!”, roept ze me bemoedigend toe. Het is de eerste week dat ik mag fietsen op straat en we gaan samen een blokje om. Mijn hardnekkige geloof dat je op twee wielen wel moet omvallen heb ik dan nog maar amper achter me gelaten. “Auto’s letten ook wel op, hoor!” Vaart maken bleek de truc. Het opstappen en vanuit stilstand in beweging komen kreeg ik na weken oefenen pas onder de knie. Eerst een stukje steppen met één voet op een pedaal …

Droomboom

Nina in appelboom, Pieterburen, 2002 Een schommel onder een boom is fijn. Een boom die bloeit in de lente is in dat geval nog beter. Ik had er een als kind, een schommel onder een bloesemboom. Op het hoogste punt raakten de takken mij aan en ik hen. In een fractie van een seconde waren de roze bloemen dan onwerkelijk dichtbij. Op dat heerlijke hoogste punt blijven wilde ik. Bij iedere zwaai wenste ik dat de schommel bovenaan zomaar halt zou houden, zou bevriezen als op een plaatje in een prentenboek, midden tussen de bloesem. Om na een poosje weer voorwaarts de kale lucht in te zwieren. Want dat enge gevoel in je buik hoorde er ook bij. En dan met één zwaai terug naar de takkenarmen. Geluk zonder inmenging van woorden, dat was het. Dromen zonder precies te weten waarover. Als je je zo kon voelen, zou het met mijn leven wel goed komen, dacht ik. Rie Cramer | Het Engeltjesboek, 1975 (eerste druk 1938) |Uitgeverij Van Goor Een andere boom waarvan ik hield, …