werk

Samen met Charlotte Dematons op reis met de Haagse School

foto JvO | Werktafel van Charlotte Dematons | 2014

Als je ergens lang werkt, zoals ik bij Kunstmuseum Den Haag, is dat niet iets waar je steeds bij stilstaat. De ene boeiende onderneming loopt immers over in een volgende, weer heel andere. En zo gaat dat door – jaar in, jaar uit. Het tempo ligt hoog en projecten overlappen elkaar, want in ons museum vindt er doorlopend van alles plaats. Zeker op de afdeling Educatie waar ik werk als hoofd en conservator. Totdat er iets gebeurt dat je doet terugblikken in de tijd. Aan het begin van dit kalenderjaar was er zo’n moment.

l. foto Gerard Kalu | tentoonstelling De Haagse School in ander licht | 2024

Mijn collega Frouke van Dijke, conservator 19e eeuw, verzorgde een interne informatiebijeenkomst over de tentoonstelling Haagse School die zij op dat moment voorbereidde. Over de succesfactoren van deze schildersgroep toen en nu. De vernieuwende 19e-eeuwse landschapschilderijen waren destijds zeer geliefd en nog altijd houden veel mensen van deze in zekere zin Hollandse versie van het impressionisme.

Aan mij de tintelende opdracht om binnen Froukes tentoonstelling een intieme kindermuseumzaal in te richten.

Tijdens het werkoverleg kwam ook ons kinderkunstboek Holland op z’n mooist – Op reis met de Haagse School ter sprake. Uitgebracht in 2015 ter gelegenheid van onze vorige Haagse School-tentoonstelling. Van de hand van niemand minder dan de geliefde Nederlands-Franse illustrator Charlotte Dematons. (Even voor iedereen die geen eindexamen Frans deed. Je spreekt haar naam uit als ‘Dùmaton’, met bescheiden -u en nauwelijks uitgesproken -n. Het is niet ‘Deematon’).  Enthousiast meldde Van Dijke dat zij dit beeldrijke, tekstloze prentenboek op alle planken in de expositie wilde als dé bijbehorende publicatie.

Wonderlijk dat het al weer tien jaar geleden geleden bleek te zijn geweest dat ik met Ria Turkenburg van Uitgeverij Leopold voor een eerste werkafspraak bij Charlotte Dematons in Haarlem was. Ik zie ons nog een bos bloemen voor haar kopen bij een stalletje in de buurt van het station. 

Tijd is een verwarrend gegeven: rationeel in cijfers uit te drukken, maar uitsluitend gevoelsmatig te ervaren. Herinneringen liggen soms vlak onder de huid. Een klein tikje doet ze ontsnappen, waarna ze zich levensgroot, helder en gevoelsmatig heel dichtbij aan je voordoen. Zo ook nu. Veel weet ik nog van ons Haarlemse atelierbezoek en het overige las ik terug in een museumblog uit die tijd, dat ik als basis gebruikte voor dit stukje.

Een zolderatelier met frisblauwe plankenvloer, wandkastjes vol poppetjes en een werktafel waarop een serie goed verzorgde penselen naast een leesbril, wachtend op de hand van de illustrator. Die beelden kan ik zo weer oproepen als herinnering aan het atelierbezoek bij Charlotte op een grijze vrijdagochtend in de maand november van 2014. We hadden afgesproken om te komen kijken naar de eerste schetsen voor het kinderkunstboek in wording.

‘Het was een ongelooflijk gepuzzel’
Charlotte Dematons

foto’s JvO | In het atelier van Charlotte Dematons | 2014

‘Het was een ongelooflijk gepuzzel’, vertelde Dematons ons na de thee, terwijl ze gebogen boven de aaneen geschoven schragentafels haar schetsen en de printjes van schilderijen stond te schikken. Charlotte bleek het uitermate systematisch te hebben aangepakt. Er lag een compleet en wel overdacht storyboard op tafel, dat voorzag in een overzicht van de eerste tot en met de slotscène met de apotheose.

In het beeldverhaal ondernemen de hoofpersonen een tocht van Bloemendaal via Haarlem naar Den Haag, waar ze in het Kunstmuseum een Haagse School-tentoonstelling bezoeken. Een rondbuikige wandelaar, een uitbundige dame op de fiets, een man met een rode sportauto en twee kinderen op skates. Allemaal gaan ze naar het museum.

‘De landschappen die de verhaalfiguren doorkruisen moeten absoluut kloppen’

Van alles maken ze tijdens hun reis mee: van pijnlijke blaren en blaffende honden, tot aan onweer en een al even plotselinge liefde op het eerste gezicht. Gedetailleerd heeft Charlotte de scènes vol visuele grapjes uitgedacht, die kinderen altijd tien keer sneller ontdekken dan volwassenen. Ook dé ballon uit haar legendarische kijkboek De gele ballon uit 2003 duikt speciaal voor de fans in iedere prent op. En in alle gedetailleerde, met acrylverf geschilderde illustraties verborg zij voor de goede beschouwer fragmenten uit maar liefst negenendertig Haagse School-schilderijen uit onze collectie.

‘De landschappen die de verhaalfiguren doorkruisen moeten absoluut kloppen’, legde Charlotte ons uit: ‘Van de Bloemendaalse duinen, via de trekvliet, langs weidelandschappen naar het Scheveningse strand, tot aan Kunstmuseum Den Haag. Een heel klein beetje sjoemelen mag en een paar dingen moést ik wel aanpassen. Zo wil ik dat de horizon in het hele boek op gelijke hoogte doorloopt. En tijdens het schilderen trek ik straks de verschillende seizoenen uit de Haagse School-schilderijen in mijn illustraties meer naar elkaar toe. Het kan natuurlijk geen zomer en winter tegelijk zijn in het boek.’

‘Ik wil het palet van de Haagse School, met al die prachtige groenen, zo dicht mogelijk benaderen.’

Interessant was het om te zien hoe Charlotte te werk gaat. Eerst schetst ze de gehele compositie, waarna stapsgewijs van links naar rechts de gedetailleerde uitwerking in acrylverf ontstaat. Van ieder schilderij op de tentoonstelling had Charlotte een hoge kwaliteit print van mij gekregen, die qua kleur het origineel zoveel mogelijk evenaart. Want ook daarin is ze ambitieus: ‘Ik wil het palet van de Haagse School, met al die prachtige groenen, zo dicht mogelijk benaderen.’

‘Moet je je voorstellen’, schaterde Charlotte: ‘Was ik op een avond nog net even fijn een paar uur aan het werk. Speelgoedautootje van mijn man Bas erbij als voorbeeld voor de auto op de oprit. Tevreden bekeek ik het resultaat toen mijn oog op de miniatuurschilderijtjes Haagse School viel die ik net had geschilderd in dat moderne huis. Ik schrok me een hoedje. Dat kan helemaal niet binnen het verhaal! Die schilderijen horen juist in de láátste plaat, want ze hangen natuurlijk in het museum.’ ‘Nou ja’, vervolgde ze met pretogen: ‘Toen heb ik maar bedacht dat de huiseigenaar dan wel een meestervervalser moest zijn. Vandaar ook die dure sportauto.’

Maanden later troffen we elkaar opnieuw – dit keer in het museum, na een interval waarin Charlotte onafgebroken werkte aan de zo arbeidsintensieve illustraties. Met onder haar arm geklemd een map met bijna alle originelen voor het prentenboek daalde zij samen met conservator Frouke van Dijke en mij af naar het schilderijendepot van het museum. Charlotte zou Charlotte niet zijn als ze niet eerst alle 19e-eeuwse, vergulde schilderijlijsten met eigen ogen zou willen bekijken, alvorens ze zo realistisch mogelijk te verwerken in de laatste platen voor het prentenboek. Doede Hardeman, hoofd Collecties, kwam quasi-toevallig ook nog even langs om een glimp op te vangen van de beroemde maker van de prentenboeken waar zijn destijds nog jonge kinderen verslingerd aan waren.

Toen ik na opnieuw een paar maanden het complete boek digitaal binnen kreeg, ontdekte ik twee typische Dematons-grapjes. Op de een na laatste bladzijde zijn de kinderen van Doede met gele ballon in de hand te vinden en ook loop ik in mijn zeegroene lievelingsrokje al overleggend met Frouke langs de schilderijen van de Haagse School. Zo heeft zij ons als bijfiguren betrokken in een hedendaags verhaal over een circa honderdvijftig jaar oude kunstbeweging.

Met haar fijne penseel heeft Charlotte Dematons verleden en heden op een volkomen natuurlijke en lichtvoetige manier met elkaar weten te verbinden.

Wat een feest dat dit verrukkelijke kinderkunstboek tot en met 25 augustus 2024 opnieuw volop in de belangstelling staat binnen de tentoonstelling De Haagse School in ander licht in Kunstmuseum Den Haag. In het kinderkabinet dat ik inrichtte stellen we, met dank aan het Literatuurmuseum/Kinderboekenmuseum in Den Haag waaraan Dematons haar werk schonk, een aantal van haar originele illustraties tentoon. Niet alleen kan het kunstprentenboek er naar hartenlust worden bekeken, maar kinderen kunnen er ook zelf kleuren, tekenen en fantaseren naar aanleiding van een speel- en tekenplaat die Dematons voor hen maakte.

foto’s JvO | kinderkabinet

Voor de jongsten is er in de kindermuseumzaal een speelhoek met houten boerderij en miniatuurveestapel in Waldorf-stijl om mee te spelen, terwijl diverse weidevogels ondertussen melodieus van zich laten horen. Iets oudere kinderen kunnen een spannend kijkspel spelen. Alleen de beste kunstkijkers ontdekken namelijk welke schilderijen Dematons in haar illustraties verstopte. Zij weten de juiste mini-schilderijtjes op de haakjes onder de illustraties te hangen en puzzelen net zo lang totdat het klopt. En in alle grote zalen van de tentoonstelling zijn op miniformaat figuurtjes uit Dematons illustraties verstopt.

Basisscholen zijn van harte uitgenodigd om de bijbehorende museumles Kijken met je handen te boeken, waarbij leerlingen van groep 3 t/m 5 allerlei grappige kijkspellen doen. Zo gebruiken zij niet alleen hun ogen maar vooral ook hun handen. Al 52 klassen hebben de museumles aangevraagd. Het kinderkunstboek Holland op z’n mooist – Op reis met de Haagse School is te koop in de museumwinkel en bij (kinder)boekwinkels in het hele land.

De tentoonstelling De Haagse School in ander licht inclusief kinderkabinet is te zien t/m 25 augustus 2024. Het Kunstmuseum is van dinsdag t/m zondag te bezoeken van 10.00-17.00 uur. Kinderen t/m 18 jaar hebben gratis toegang, evenals museumkaarthouders. Iedere zondag is er van 12.00-16.00 uur gratis open Kinder- of Familieatelier.

foto’s Franck Doho | tentoonstelling De Haagse School in ander licht | 2024


Over de Haagse School

Rond 1860 kent Den Haag een bloeiend kunstklimaat. Kunstenaars als Jozef Israëls, de gebroeders Maris, Jan Hendrik Weissenbruch en Hendrik Willem Mesdag vestigen zich in de hofstad en leggen de wereld om hen heen op vernieuwende wijze vast. Hun leermeesters van de romantiek idealiseerden landschappen, maar deze groep schilders gaat de buitenlucht in en kiest voor een realistische weergave. Ze zijn vooral meesters in de weergave van grootse luchten en de reflectie van licht op het water.

De Haagse School is zeer succesvol: de kunststroming domineert de kunsthandel tot aan de Eerste Wereldoorlog, inspireert jongere schilders als Breitner en Van Gogh, en spreekt tot op de dag van vandaag tot de verbeelding.

van l. naar r. van b. naar o. Jan Hendrik Weissenbruch, De trekvliet, 1870, olieverf op doek; Anton Mauve, Bomschuit op het strand, 1882, olieverf op doek; Willem Roelofs, Meimaand te Noorden, ca 1882, olieverf op paneel; Willem Maris, Kalveren bij een trog, 1863, olieverf op doek; Jan Hendrik Weissenbruch, Strandgezicht, 1887, olieverf op doek, Kunstmuseum Den Haag

De meeste schilderijen van de Haagse School tonen het Hollandse landschap. Dankzij de productie van kant-en-klare verf in tubes en de aanleg van nieuwe spoorlijnen, kunnen de kunstenaars eropuit trekken en in de buitenlucht werken. Hier maken zij tal van olieverfstudies, die tijdens de koudere wintermaanden in het atelier dienen als inspiratiemateriaal. Hoewel de landschappen dus op een realistische manier zijn geschilderd, geven ze niet altijd een exacte situatie weer.

De schilders van de Haagse School stonden aan de wieg van Kunstmuseum Den Haag: zij behoorden in 1866 tot de medeoprichters van het museum. Kunstenaars als Anton Mauve en Jan Hendrik Weissenbruch schonken nog tijdens hun leven topstukken uit hun oeuvre, zodat zij hier in de toekomst met hun beste werk vertegenwoordigd zouden zijn.