kijk

De illustraties van Annemarie van Haeringen – Werelden om in te verdwijnen

illustratie uit: En toen Sheherazade, en toen? (met tekst van Imme Dros)

Wat Annemarie van Haeringen (Haarlem, 1959) als prentenboekenmaker en tekenaar met haar werk wil bereiken, staat in lijnrecht verband met waar zij als kind al dol op was. Boeken met illustraties die je een verhaal in trekken, waardoor je alles om je heen voor even vergeet. Werelden om in te verdwijnen.

‘Beelden lezen’ kan ieder mens, op elke leeftijd – zelfs al ruim voordat het technisch leesonderricht op school begint. Hierin schuilt voor Van Haeringen de grote kracht van illustratie: een geslaagde tekening is pakkend en laat in het hoofd van de lezer een verhaal ontstaan. Om dit voor elkaar te krijgen, creëert zij een subtiel samenspel tussen expressieve kleuren, sensitieve lijnen, stevige vormen en ijle ruimten. De ‘menselijkheid’ die uitgaat van haar hoofdfiguren – mens of dier – doet vervolgens de rest. Met een enkel juist geplaatst stipje en rake lijnen weet zij hun gezichtsuitdrukkingen en lichaamshoudingen te typeren. Zo worden gevoelens verbeeld én opgeroepen bij de kijker.

illustratie uit: En toen Sheherazade, en toen? (met tekst van Imme Dros)

Het samengaan van fantasie en werkelijkheid draagt sterk bij aan de overtuigingskracht van haar illustraties. Zo zien we hoe een beer opgaat in zijn liefdeslied in het prentenboek Beer is op vlinder, hoe een kalfje een vliegend tapijt bestuurt in Ik wil ook (met tekst van Bibi Dumon Tak) en hoe een peuter acrobatiek bedrijft in Jojo het slangenmeisje, om slechts enkele van de vele voorbeelden te noemen. Op al dit soort beeldende vraagstukken vindt Van Haeringen geloofwaardige antwoorden door verbeeldingskracht te combineren met een scherp observatievermogen. Vanuit haar rijke beeldgeheugen tovert zij treffende poses op het papier.

Kijken is iets waar Van Haeringen zich van kind af aan in oefende. Doordat zij verlegen was, niet graag sprak in gezelschap en vaak niet durfde wat andere kinderen wel de ondernamen, werd tekenen een belangrijk expressiemiddel. In haar tekeningen kon zij kwijt wat zij in haar directe omgeving observeerde. Eindeloos tekende zij bijvoorbeeld de vele dieren die haar ouderlijk huis telde en verzon daarbij verhalen. Die drang om te tekenen voelt ze nog altijd. ‘Er zit iets in me dat eruit moet’, zegt zij zelf. Voorwaarde is voor haar altijd een diepgevoelde motivatie bij een idee of opdracht. Een neutraal gevoel bij een verhaal is niet voldoende.

Annemarie van Haeringen op de tentoonstelling De koningin die niet kon kiezen die ik in 2010 maakte in Kunstmuseum Den Haag | foto’s Peter Couvée

Idealiter lijkt het proces van illustreren onbewust te gaan, alsof haar handen zonder tussenkomst van concrete gedachten door haar hoofd worden bestuurd. ‘In een rechtstreekse lijn’, zoals zij het noemt. Van Haeringen maakt intuïtief, ‘in het moment’ haar keuzes voor kleur, compositie en perspectief, en experimenteert met materialen. Het vaakst gebruikt zij aquarel- en acrylverf, ecoline en Oost-Indische inkt. Naargelang het verhaal – en wat dat dat volgens haar nodig heeft – zet zij ook wel collage- en stempeltechnieken in. Dat alles levert ongekunstelde, schijnbaar moeiteloos gemaakte beelden op, die de flair van een allereerste schets behouden.

Dat zij als introverte student Illustratie aan de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam, na een voltooide lerarenopleiding Tekenen & Handvaardigheid in Tilburg, bovenmatig genoot van het zogenaamde Artis-tekenen is gemakkelijk voor te stellen. Dat waren de lesuren buiten het klaslokaal waarin zij – zonder zichzelf aan anderen te hoeven verantwoorden – naar hartenlust kon tekenen, ook nog eens dieren! Die zouden de latere prentenboeken van haar hand dan ook veelvuldig bevolken: van breiende geit in Eén monster te veel en plassend olifantje in Mijn mama, tot tuinierende sprinkhaan in De tuin van de walvis en dansende neushoorn in Wat dansen we heerlijk (de laatste twee met tekst van Toon Tellegen). Aan de academie kreeg Van Haeringen onderwijs van bekende illustratoren als Waldemar Post, Lydia Postma en Thé Tjong-Khing.

Eveneens belangrijk voor haar artistieke ontwikkeling waren de bezoeken die zij als student bracht aan onder andere het Stedelijk Museum. Hier onderging ze met name de invloed van de Franse expressionist Henri Matisse, wiens uitgesproken coloriet zij bewondert. Van Haeringen plaatst haar uit gevoelige lijnen opgetrokken personages graag tegen heldere kleurvlakken (vaak in nat-in-nat-techniek, waarbij de verf uitvloeit over de natte ondergrond), om de kijker het beeld in te trekken en stemming in de voorstelling te brengen.            

Na haar eindexamen Illustratie maakte Van Haeringen tekeningen voor de kinderpagina van Trouw. Daarna leidde het pad al snel naar het illustreren van prentenboeken, waarin zij met haar geheel eigen gevoel voor kleur, lijn, compositie en expressie floreerde. Aanvankelijk verzorgde zij uitsluitend tekeningen bij de teksten van anderen, maar al snel ontpopte ze zich tot een complete prentenboekenmaker, die alle aspecten in de vingers heeft: van concept, tekst en illustraties tot aan een uitgesproken visie op formaat, papiersoort en de grafische aspecten. Bij ieder prentenboek gaat het haar om het totaal, alle componenten samen bepalen de zeggingskracht.

In ruim vijfendertig jaar tijd bouwde zij een omvangrijk, veelvuldig bekroond en wereldwijd bekend oeuvre op. In haar illustraties ervaart Annemarie van Haeringen absolute vrijheid: ‘0p papier durf ik alles en kan ik alles, zelfs dansen…’

Illustraties uit: Coco of het kleine zwarte jurkje, 2013, Uitgeverij Leopold & Kunstmuseum Den Haag en de gelijknamige tentoonstelling die ik dat jaar maakte

In 2017 met nichtje Inge die óók zo houdt van haar tekeningen in het atelier van Annemarie van Haeringen in Amsterdam

‘0p papier durf ik alles en kan ik alles, zelfs dansen…’

De schenking door Annemarie van Haeringen van meer dan duizend van haar tekeningen aan de Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam vormt de aanleiding voor de tentoonstelling Annemarie van Haeringen – Op papier durf ik alles in het Allard Pierson. De expositie is gegroepeerd rondom tien thema’s en biedt een aanstekelijk overzicht van haar werk van de afgelopen vijftien jaar. Te zien t/m 25 september 2022

Annemarie van Haeringen tijdens de opening van de tentoonstelling Op papier durf ik alles in Allard Pierson, Amsterdam