lees

Colette – gevleugelde kindertijd

Colette – gevleugelde kindertijd

‘Nooit kijken we genoeg, nooit zullen we genoeg, precies genoeg, gepassioneerd genoeg kijken.’ Colette

Zomervakanties mag ik graag uitdenken in de eerste maand van het jaar. De plaatsen die we dan eerst in gedachten en later in het echt aandoen voeren vaak langs schrijvers- en kunstenaarshuizen, of streken uit boeken, films en schilderijen. Vanaf januari 2018 richtte ‘het grote verheugen’ zich een half jaar lang op Bourgondië, want dat is waar de wieg van auteur Sidonie-Gabrielle Colette (1873-1954) heeft gestaan. En O wat ben ik dol op haar. Ja, op háár – niet alleen op haar boeken.

Als je haar ook wilt leren kennen, lees dan Colette’s Sido – het huis van mijn moeder en door Kiki Coumans vertaalde, eveneens autobiografische impressies in De eerste keer dat ik mijn hoed verloor.

Je zult een vrouw ontmoeten die maling had aan ‘hoe het hoort’, trouw was aan zichzelf en van daaruit vorm gaf aan haar leven. De tot de verbeelding sprekende (wapen)feiten kennen we zo langzamerhand: ja, ja, ze vree óók met een vrouw, was de eerste In Frankrijk met ontblote borst op het toneel, ze wees haar echtgenoot – die als auteur aanvankelijk met de eer streek van haar Claudine-verhalen – ten langen leste de deur en herwon de rechten op haar literaire werk.  

Haar achternaam hanteerde ze als voornaam. Colette werd stokoud, resideerde in haar nadagen in het Parijse Palais-Royal en was geen makkie. Schrijfster heeft ze naar eigen zeggen nooit willen worden, niettemin viel haar als eerste vrouw de eer te beurt van een heuse staatsbegrafenis.

Het aller meest houd ik van haar autobiografische schetsen uit de jaren ‘20. Daarin komt juist ook de niet-mondaine kant van Colette naar voren: vrij, op zichzelf en autonoom, origineel en geestig. Haar diepe verbondenheid met buiten en haar volstrekt eigen binnenwereld.  Om eindeloos te herlezen zijn de verhalen over haar kindertijd, waarin zij haar herinneringen naar eigen zin bijstelt om zo de gevoelswaarde ervan beter te kunnen weergeven. Tenminste, dat denk ik – ik herken wat ze doet.

Haar impressies staan vol originele, tot de verbeelding sprekende beschrijvingen van gebeurtenissen en observaties van dieren en planten. Alles vanuit haar gevoelige observatievermogen en rijke fantasie, ingegeven door intens ervaren zintuiglijke indrukken. Vervolgens drukt zich met een bijna muzikaal gevoel voor taal uit in woorden. Onderstaand voorbeeld dat Kiki Coumans aanhaalt in haar voorwoord zegt alles:

‘Colette blaast alles leven in: een paddenstoel die ze plukt is ‘klam en koud, bepareld en zacht als de neus van een lammetje.’

Geboren in een onconventioneel gezin met originele moeder en wonderlijke zus en broers in een traditioneel Bourgondisch dorp, krijgt Colette als kind alle vrijdom om buiten rond te dolen, te lezen en om zich te ontwikkelen naar eigen voorkeur. ‘Curlingmoeders’ van nu opgelet! De opvoeding die moeder ‘Sido’ voorstaat voor haar kinderen: vrij zijn en de wereld vol verwondering ervaren door middel van de zintuigen. 

’Waar zijn de kinderen?’ Waar? […] De roep galmde door de tuin, kaatste tegen de hoge muur van de hooischuur en keerde terug als een verzwakte en uitgeputte echo […] Nergens. Mijn moeder hief haar gezicht naar de wolken, alsof ze verwachtte dat er een zwerm gevleugelde kinderen zou neerdalen.’ Colette

Beeldend kunstenaar Jean Cocteau verklaarde over Colette dat zij: “Rijkelijk was voorzien van een krachtige intuïtie, ze nam de natuur waar met een apparatuur vele malen gevoeliger dan de intelligentie.”

Als Colette 18 jaar oud is raakt de familie door financiële problemen het huis kwijt: ‘Het sonore, droge huis, krakend als een warm brood.’Zij is altijd blijven verlangen naar het huis uit haar kindertijd en de paradijselijke omgeving waarin ze opgroeide. Als ze vijftig jaar oud is, laat de toenmalige eigenaar van het huis – tevens bewonderaar van haar werk – Colette er zo nu en dan logeren.

Op 24 juni 2018 stuiven Ricardo en ik komend uit Parijs rond kwart over vier in ons geelgroene speelgoedautootje genaamd Lente het grind op bij het kasteel Musée Colette in Saint Sauveur en Puisaye. Na koortsachtig bordjes te hebben gevolgd zijn we nog net op tijd voor de laatste rondleiding even verderop in het 19de-eeuwse herenhuis uit de jeugd van Colette.

Een gebruinde, jonge vrouw met interessant gezicht en rastahaar leidt ons rond in Frans dat ik, als ik alle zeilen bijzet, net kan volgen. De Fransen in de groep kijken op van mijn belangstelling. Het verhaal begint in de overtuin die de eerste man van Sido aankocht om te voorkomen dat het bebouwd zou worden (Sido plantte er fruitbomen) en voert langs de binnenplaats met stallen waar destijds de het kleine vee leefde, langs Colette’s kamer met balkenplafond, de bibliotheek, de piepkleine eetkamer met kleine ronde tafel – precies groot genoeg voor de familie die zelden gasten ontving, naar de keuken met zicht op de tuin. De ‘boventuin’ met vooral bloemen in roodtinten waar Sido van hield, uitkijkend over de ‘benedentuin’ waar recent nog een zwembad uit gesloopt blijkt te zijn. Toentertijd de warme, door muren omsloten moestuin van Sido met aubergines, Spaanse pepers en geurige tomaten.

Le Musée de Colette opende nog maar in 2016 zijn deuren. Daarvoor was het herenhuis particulier bezit dat op zijn 21ste-eeuws werd bewoond. Vijf jaar lang is er gewerkt aan de reconstructie van het geboortehuis van Colette. Er werden ‘archeologische opgravingen’ verricht om het originele behang te kunnen reconstrueren, de tuin werd opnieuw aangelegd en in het dorp is gezocht naar overblijfselen van de meubels die ten tijde van de gedwongen verkoop van het huis overgedaan waren aan dorpelingen. De meubels die nu in La Maison de Colette staan zijn ofwel origineel, zoals bijvoorbeeld de piano in de salon, of lijken heel sterk op de voorwerpen die Colette liefdevol beschreef in haar verhalen.

Het behang oogt misschien nog wat fel en nieuw, en de tuin wat voorzichtigjes (ik weet zeker dat die ten tijde van Sido meer nonchalance zal hebben gehad), maar een bezoek aan dit huis is hoe dan ook verrukkelijk.

‘Geen enkele andere zomer dan de zomers uit mijn jeugd brengt de scharlaken geranium en het felle vingerhoedskruid zo scherp in herinnering.’ Colette

uitgelichte foto: Walter Carone | 80ste verjaardag van Colette | januari 1953 (c) Paris Match

Colette, De eerste keer dat ik mijn hoed verloor | Vertaling door en voorwoord van Kiki Coumans | Uitgeverij De Arbeiderspers, 2017 | ISBN 9789029511193

Colette, Het huis van mijn moeder | Vertaling door Kiki Coumans | Uitgeverij Atlas Contact, 2006 | ISBN 9789045010342