schrijf

Brieven aan Victorine – de mens als werk in uitvoering

Tekening van een kind, voor Victorine | 2023

 

In mijn kindertijd waren er thuis geen vastgelegde regels. Geen lijstjes waarop stond wie op welke dag de tafel zou dekken of de afwas moest doen. Geen vast tijdstip waarop we thuis moesten zijn na een avondje uit. Niets van dat al. Toch dekten mijn jongere broer en ik meestal zonder morren de tafel en deden we zonder verzet de afwas. We waren doordeweeks beiden stipt op tijd thuis voor het avondeten met z’n vieren en kwamen, op een enkele uitzondering na, nooit buitenproportioneel laat in de nacht terug van een avondje uit. (Dit laatste gold vooral mijn broer want ik deed daar nauwelijks aan). Ruzies waren er weleens, maar die gingen nooit over huisregels, of over een gebrek aan gemeenschapszin.

JvO | Mijn broertje en ik met Karel en Floris | acrylverf op print, 2022

Hoe deed mijn moeder dat met ons als kinderen, vraag ik me nu af. (Mijn vader droeg uiteraard ook bij aan onze opvoeding, maar het was mijn moeder die de dagelijkse leiding had, gezien zijn door baan en jazzband frequente afwezigheid). Inmiddels denk ik haar pedagogische aanpak te hebben doorgrond. Je zou kunnen zeggen dat mijn moeder actief werkte met het principe van ‘gewetensvorming’. Dat deed ze op drie manieren: door ons een spiegel voor te houden, door ons het perspectief van de ander te laten inzien en door het belang van het collectief te benadrukken. Deed zij dat intuïtief of welbewust? Dat weet ik niet, ik zal het haar nog eens vragen. Wel weet ik dat dit al vanaf onze jongste jaren zo ging, waardoor deze leefwijze in drieslag uiteindelijk deel is gaan uitmaken van mijn innerlijke repertoire.

Nam ik als kind dromerig géén spullen mee naar boven die daarvoor klaarlagen bij de trap, dan was consequent haar respons: ‘Dat betekent dat je het dus voor mij, als extra werk, laat liggen.’ In de betekenisvolle pauze die daarop volgde, gaf ze je de kans om aan zelfonderzoek te doen. Kwam er geen reactie, dan volgden er vragen van haar kant. Zaten we als kinderen urenlang al kletsend op het hek in iemands achtertuin, dan liet ze ons door eindeloos herhalen het perspectief van de bewoners inzien. Als kind zag ik dat niet: het was gewoon stom van die mensen dat we daar niet mochten zitten. 

JvO, Zelfportret als kind | acrylverf op print, 2023

 

En wanneer je het niet had opgenomen voor een klasgenoot in nood, of je niet loyaal genoeg opstelde in het gezin, dan liet ze haar ‘spiegel’ knetterhard spiegelen. Maar net zo goed gebruikte ze hem voor zichzelf. Ruiterlijk kon ze toegeven waar ze fout was gegaan en aan ons als kinderen haar excuses aanbieden.

Tekening van een kind, voor Victorine, 2023

En ja, dit alles ging gepaard met moreel oordeel. Was dat erg? Ik vind van niet. Want iets ‘fout’ doen op zich was niet het probleem, als wel dit naderhand niet willen inzien. Of niet bereid blijken te zijn om te proberen jezelf te verbeteren. 

 

 

De mens als werk in uitvoering – op die idee stoelde haar opvoedstijl. Al waren er geen vaste regels en kregen we veel vrijheid, een dergelijke opvoeding kan natuurlijk net zo goed tot verzet leiden in de puberteit. Want die is op een andere manier eveneens streng.

Dat dat niet gebeurde is te danken aan het feit dat mijn broer en ik deels bewust, deels onbewust heel goed wisten dat onze moeder ons veel gaf.  Meer dan ouders in sommige andere gezinnen. Zij verdiepte zich in onze karakters en belangstellingen, en er ging haar geen zee te hoog om daar de best mogelijke context voor te creëren.

 

Tekening van een kind, voor Victorine, 2023

 

De balans tussen wat wij als kinderen kregen en dat wat er van ons werd gevraagd was gezond. Wat er van ons werd verlangd, was niet het opvolgen van regels maar: zelfonderzoek, je verplaatsen in de ander en het inzien van de waarde van de groep waarin je functioneert. En dat leefden onze ouders ons voor. Als dat geen geniale opvoedtechniek is!

Een illustratie bekijkend van Annemarie van Haeringen, voor Victorine, 2022

Aan dit alles moest ik denken toen ik probeerde uit te vinden waarom de brieven mij zo raakten die jonge kinderen schreven aan Victorine, de hoofdpersoon uit mijn kinderboek bij Uitgeverij Hoogland & Van Klaveren – met illustraties van Annemarie van Haeringen. In het verhaal krijgt Victorine het zwaar door de negatieve etiketten die klasgenoten haar opplakken. Hun perspectief krijgt vat op haar en verandert een tijdlang haar zelfbeeld. Een gepest kind maakt – hoe cynisch het ook klinkt – zelf ‘de klus’ van de pesters af. Met vaak levenslange gevolgen. Hoe Victorine toch weer opveert, valt ook te lezen in het boek. In de lesbrief die ik voor scholen schreef, stel ik de leerkrachten voor om hun leerlingen brieven aan Victorine te laten schrijven.

Victorine op de plank bij Stokstaart Kids Concept store, in Den Haag

Wanneer je als auteur voor het eerst brieven van kinderen krijgt, beneemt je dat even de adem. Je ontdekt dat de kinderen werkelijk meeleven met de door jou bedachte hoofdpersoon Victorine. Haar gevoelens begrijpen, haar verdriet betreuren en haar willen helpen.

Empathie – misschien wel de aller belangrijkste menselijke eigenschap ter voorkoming van al het vreselijke dat mensen elkaar kunnen aandoen. 

Lieve Victorine,

Wij hebben een paar tips voor jou: 
  1. Denk aan leuke dingen in plaats van aan vervelende dingen. Bijvoorbeeld: ”Ik ben nu bij het strand en ik vind het leuk om aan de zee te denken.”
  2. Toch even naar de juf gaan of naar je mama of papa. Zij kunnen je altijd helpen.
  3. Vertel wat je niet fijn vindt.
  4. Als ze door blijven gaan moet je aan iets leuks denken.
  5. Wij vinden het knap dat je jezelf weer leuk vindt en blij bent. 
Wij willen je veel complimentjes geven om je op te vrolijken! 

 
Groetjes, groep 3b basisschool ’t Maxend 

 

Nadenken over jezelf, meeleven met anderen en positief functioneren in een groep – leer het je kinderen. Scholen kunnen het niet alleen.

Den Haag, 19 april 2024 – Landelijke dag tegen pesten


 
Hallo,
Wij zijn de kinderen van het tweede leerjaar B van de Basisschool Ursulinen te Mechelen (België). Wij hebben genoten van het verhaal van Victorine.
Pesten vinden wij zeker niet oké!  
Met vriendelijke groeten,
De leerlingen van 2B en juf Caroline