kijk

Rosa pietra stella – een filmische schets van een leven in een buitenwijk van Napels

Afgelopen vrijdag ging de Italiaanse, neorealistische film Rosa pietra stella in wereldpremière tijdens het International Filmfestival Rotterdam. Hierin leren we in ruim anderhalf uur tijd de imaginaire maar levensechte Carmela kennen, een Italiaanse, dertigjarige  vrouw met dochtertje Maria van een jaar of elf. Samen met haar moeder leven ze in een arme, cultureel-diverse buitenwijk van Napels. Hoewel ‘leven’? Het is eerder overleven. Iedere dag bestaat uit ‘watertrappelen’ onder de constante dreiging van kopje onder. Carmela’s bestaansmiddelen zijn uiterst onzeker tegen de achtergrond van onheilspellende huurschulden.

Hoe hard je als kijker eerst ook oplossingsgericht denkt: ‘Word dan schoonmaker of zo!’, dat het Carmela niet lukt om vastigheid te bereiken wordt volledig aannemelijk gemaakt in de film. Niet in de laatste plaats door de acteerprestatie van hoofdrolspeelster Ivana Lotito. Carmela is veel te ongedurig en te jong van hart om de verantwoordelijkheden van enig baantje en het moederschap te kunnen dragen, hoe hartstochtelijk ze ook van haar kind houdt. Van klusje naar klusje scharrelt zij met bravoure haar bestaan bij elkaar. Zo gesloten als een oester is ze en tegelijkertijd zelfbewust mooi. Zich uiteindelijk inlatend met schimmige zaken, desperaat om aan geld te komen, glijdt Carmela plotseling zo ver af dat ze met kind en al uit huis wordt gezet.

Haar oudere zus is Carmela’s tegendeel, zij heeft haar leven wel op orde met een eenvoudige baan en een gezin – het gareel waar Carmela nooit in zal passen. Haar moeder heeft middelen noch oplossingen. Zij weet zich geen raad met haar jongste dochter en dat was altijd al zo, begrijpen we. Precies zoals ook Carmela háár kind niet kan helpen en zelfs verbaasd lijkt als ze erop wordt gewezen dat ze voor avondeten moet zorgen. “Jij weet niet hoe je een moeder moet zijn”, verwijt dochter Maria haar op volwassen toon, om het op andere momenten juist fel voor haar op te nemen in de buitenwereld. In de loop van de film zie je hoe Carmelo langzaam ontdekt wat de betekenis is van moederschap.

En dan is er nog de Algerijnse immigrant Tarek (gespeeld door Frabrizio Rongione), een lieverd maar gelukkig voor de film ook weer niet te. Geen prins op het witte paard maar een man die zichzelf slechts net weet te redden, werkend in een eenvoudig eethuisje. Hij vat tederheid voor Carmela op, maar hoeveel plaats is daarvoor in dit harde bestaan? Hij is het die in zijn wanhoop over de uitzichtloosheid van zijn leven uitroept: ‘Ik leef hier nu twintig jaar. En ben zo moe van het immigrant zijn.’

Die zin zal ik niet snel vergeten want zo voelt het vast wanneer je als migrant je leven leidt in deze sociale context. Als een rol waar je niet vanaf komt doordat je economisch geen stap vooruit komt en er nooit helemaal bij mag horen. Toch is Carmela’s lot als Italiaanse aan de onderkant van de samenleving niet veel anders. Voor beiden vormt de poort tussen buitenwijk Portici en het centrum van Napels de grens.

Ludovica Nasti (Maria), Marcello Sannino (regisseur), Ivana Lotito (Carmela) na afloop van de wereldpremière op 24 januari jl. tijdens IFFR | foto Ricardo Burgzorg